
Jij bent niet het centrum van het Bestaan
'Waarom denk jij altijd zo ingewikkeld?' werd en word mij vaak gevraagd. Goeie vraag. Ik kan je zeggen dat ik er zelf ook niet altijd vrolijk van word, maar ontologische vraagstukken dringen zich al van jongs af aan al aan mij op. Kennelijk besefte ik me al vroeg dat mijn bestaan niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van een groter geheel. Ik denk dat het voortkomt uit een diep gevoel van vervreemding en de zoektocht naar betekenis van wat zich op mijn tijdlijn afgespeeld heeft.
Fundamenteel bezig-zijn
De vraag naar het Zijn is voor mij elke dag relevant: Wie of wat ben ik (nu)? En hoe verhoud ik me tot het Zijn dat groter is dan ik? Is dat Zijn iets buiten mij, of woont dat Zijn ook in mij? En heeft dat Zijn mij lief of vraag het mij te lijden als straf voor mijn onvolmaaktheden? En zo kan ik nog wel even doorgaan. Heidegger werpte een nieuw licht op mijn vraagstukken, waarover ik in dit artikel iets in woorden probeer te vatten.
Sein (Zijn) en Dasein
Heidegger maakt een fundamenteel onderscheid tussen Sein en Dasein. Sein verwijst naar het Zijn als geheel – het allesomvattende, datgene waardoor al het zijnde überhaupt kan zijn. Het is niet een 'ding' of een eigenschap, maar de grondslag van het bestaan zelf. Dasein, daarentegen, is de manier waarop de mens zich tot dat Zijn verhoudt: een wezen dat zich bewust is van zijn eigen bestaan en dit onderzoekt.
Dasein is geen vaststaand ‘ik’, maar een voortdurend proces van in-de-wereld-zijn (Er-zijn), waarbij de mens altijd betrokken is in het grotere Zijn zonder het ooit volledig te doorgronden. Het grotere Zijn draait dus niet om het Dasein, het Dasein vindt plaats in de context van het Zijn, ofwel:
Het bestaan draait niet om de individuele mens. Wij zijn niet het middelpunt, maar werken op een eigenlijke manier mee aan de uitdrukking van dat Zijn, wat in een ieder van ons op unieke wijze plaatsvindt.
Het Zijn kan nooit volledig weerpiegeld worden in ons Dasein
In Heideggeriaanse zin zou je kunnen zeggen dat je geen afspiegeling bent van het Zijn -het Zijn zou zich nog vollidig openbaren in een individu- maar eerder een uitdrukking ervan. Jij bent (als Dasein) altijd al ingebed in het Zijn, dat zich (gedeeltelijk) in en door jou manifesteert. Het Zijn is niet iets wat buiten jou staat, maar het vormt de grondslag van jouw bestaan. Jij bent omdat het Zijn zich in jou toont en werkt. Het beroerd me steeds weer als ik dit tot me door probeer te laten dringen.
"Niet wij hebben het Zijn, maar het Zijn heeft ons." – Heidegger
Wat betekent dit?
- Jij bent geen losstaande entiteit die het Zijn weerspiegelt; je maakt er altijd al deel van uit. Je bent als Dasein een wezen dat in de wereld is, altijd verbonden met het geheel van het Zijn.
- Tegelijkertijd is het Zijn nooit volledig toegankelijk of te doorgronden. Het trekt zich deels terug en blijft in zekere zin mysterieus. Je draagt het Zijn in je mee, maar het is niet ‘van jou’; je bent er een tijdelijke uitdrukking van.
Je zou het kunnen vergelijken met muziek. Een klank is slechts hoorbaar doordat er een instrument (een Dasein) is dat de trilling voortbrengt. De klank is de muziek, maar kan niet zonder het instrument bestaan. Jij bent dat instrument, en het Zijn is de muziek die zich door jou manifesteert. Je bent dus niet slechts een klank, maar een levende uitdrukking van iets Groters.
"Er is iet buiten mij wat mij liefheeft en mij aantrekt, en een appel doet op mijn wezen, om te worden wie ik ben." -Dirk de Schutter
Het Zijn: geen statische God maar een dynamisch Gebeuren
Dit werpt een nieuw licht op het godsbeeld: Het Zijn is geen statische entiteit die in een boek gedefinieerd kan worden, geen almachtige instantie die buiten ons staat en ingrijpt in de wereld, zoals een theïstische God of het Lam Gods die de zonden van de wereld wegneemt. Het is eerder een dragende werkelijkheid, een grond waarop ons bestaan rust en waaruit het voortkomt. Het Zijn stelt geen eis tot boetedoening, maar ontvouwt zich onvoorwaardelijk in ons en helpt ons ons te verhouden tot onze onvolmaaktheid – niet door deze uit te wissen, maar door ze te dragen en te omarmen.
Tegelijkertijd biedt het Zijn het ons houvast in de confrontatie met ontwrichtende omstandigheden, niet door ze op te heffen, maar door ons uit te nodigen aanwezig te blijven en onze betekenis te (her)vinden.
Het Zijn is veeleer dynamisch en ontvouwt en opbenbaart zich in de tijd; het is geen vaststaande werkelijkheid, maar een gebeuren dat zich steeds opnieuw aandient in verschillende vormen. Het openbaart zich niet als een afgewerkt concept, maar als een proces dat meebeweegt met de historische en existentiële context van ons Dasein. Tijd is daarbij niet slechts een kader waarin het Zijn verschijnt, maar een wezenlijk aspect ervan:
Het Zijn is tijdelijkheid – altijd in wording en dus nooit volledig te bevatten.
Wat zegt dit over ons bestaan?
- Geen eigendom: Ons bestaan is geen bezit. Je ‘hebt’ je Zijn niet, maar je bent het – het is een voortdurend proces van in-de-wereld-zijn, openstaan en als Dasein ontdekken wat het Zijn van jou vraagt.
- Overgave aan het grotere: Als Dasein ben je altijd verbonden met iets dat groter is dan jijzelf. Je bestaan vraagt om een houding van openheid en ontvankelijkheid voor wat zich aan jou openbaart.
- Ethische implicatie: Omdat je geen autonoom, op zichzelf staand wezen bent, maar altijd deel uitmaakt van een groter geheel, brengt dit een verantwoordelijkheid met zich mee.
- Eigenlijk bestaan: Werkelijke vervulling ligt niet in het vasthouden aan vaste toekomstbeelden of externe doelen, maar in een voortdurende ontvankelijkheid voor hoe het Zijn zich in en door jou uitdrukt, waardoor ervaringen van betekenis kunnen plaatsvinden.
- Tijdelijkheid: Het Zijn is geen vaststaande werkelijkheid, maar een gebeuren dat zich in de tijd ontvouwt. Het beweegt mee met de historische en existentiële context van ons Dasein. Dit betekent dat ons bestaan niet statisch is, maar een voortdurende beweging, waarin we ons telkens opnieuw tot het Zijn verhouden.
"Ik ben niet van deze aarde
ik ben het verleden, de toekomst
de aarde die ik niet ken
maar die mij herkent."
Rainer Maria Rilke, "Das Stunden-Buch" (Het Uurboek)
Je bent dus niet het centrum van het Zijn, maar een tijdelijke en unieke uitdrukking ervan.
Het Zijn draait niet om jou, net zomin als een golf het middelpunt van de oceaan is.
Jij verschijnt, beweegt en verdwijnt binnen een groter geheel dat zich door jou heen manifesteert. Dit betekent dat je bestaan niet volledig op jezelf te herleiden is; je bent altijd ingebed in een context die je overstijgt. Dit besef kan zowel bevrijdend als confronterend zijn. Het daagt je uit om je niet vast te klampen aan een statisch idee van wie of wat je ‘moet’ zijn, maar om je open te stellen voor wat zich in en door jou ontvouwt.
Dit artikel beschrijft hoe ik het Zijn versta na het volgen van onderwijs bij Dirk de Schutter.