
Het offer van leiderschap
Robin Hobb heeft 5 boekreeksen geschreven over The Realm of the Elderlings. De existentiële boodschap van dit oeuvre draait om de voortdurende spanning tussen lot en vrije keuze, tussen autonoom belang en het welzijn van land en volk.
Ik heb er ongeveer 4 jaar over gedaan om alle boeken te lezen. Soms moest ik er even van bijkomen en op andere momenten moest ik wachten tot het volgende boek uitkwam. De eerste boeken heb ik ondertussen voor de tweede keer gelezen, onder andere ten behoeve van mijn onderzoek naar (persoonlijk) betrouwbaar leiderschap. Al lezend in deze tweede ronde, verbonden met de Fenomenologie, komt nog dieper bij mij binnen dat leiderschap geen kwestie is van heersen, maar dat leiderschap draait om het oprecht dienen van het geheel dat aan de leider is toevertrouwd.
'Zorg' als grond van ons bestaan
Fitz (de hoofdpersoon in de boeken) wordt voortdurend geconfronteerd met het dilemma of hij zijn eigen belangen op 1 zet of luistert naar de Zorg die hem roept; de verantwoordelijkheid voor een volk, een vriend, een belofte. Dit sluit aan bij Heideggers concept van Sorge (Zorg), dat laat zien hoe ons bestaan altijd al gekenmerkt wordt door betrokkenheid op de wereld en op anderen.
Sorge is geen keuze, maar een fundamentele manier van Zijn: we worden geworpen in een wereld waarin we ons tot iets verhouden, waarin iets ons raakt en oproept tot handelen of juist niet-handelen.
Fitz ervaart deze oproep in de vorm van een diep plichtsbesef, dat hem dwingt zichzelf en zijn verlangens voortdurend in relatie te zien tot een groter geheel. Zijn persoonlijk leiderschap is daarmee niet enkel een rol, maar een eigenlijke manier van existeren, waarin hij zich verbindt met dat wat hem overstijgt.
Leiderschap is in deze verhalen geen daad van wilskracht, maar een openheid voor wat zich openbaart. Het vraagt moed om niet alleen te handelen, maar ook om 'getroffen' te worden. Om te luisteren naar wat het leven zelf van je verlangt, zelfs als dat betekent dat je alles op het spel moet zetten.
Het offer
In het tweede boek van de eerste reeks, The Farseer Trilogy, staat prins Valitas (de oom van Fitz, van wie Fitz zielsveel houdt) voor een onmogelijke opgave. Zijn volk gaat ten onder aan oorlog en wanhoop, en de enige manier om redding te brengen, is het uithakken en tot leven wekken van een draak. Dit hakken en tot leven wekken eist een prijs. Om de draak te laten ademen, moet hij zichzelf opofferen. Valitas twijfelt niet, zijn leiderschap is dienstbaar. Hij verliest alles, maar schenkt daarmee zijn volk een toekomst.
Zijn half-broertje, prins Regaal (de half-oom van Fitz, van wie Fitz diepgrondig walgt), kiest een ander pad. Hij streeft naar macht, maar niet om te dienen. Hij wil heersen, controleren en bezitten. Hij verraadt en vernietigt alles wat hem in de weg staat. Waar Valitas zich weggeeft en daarmee iets groters tot stand brengt, graaft Regaal zichzelf steeds verder in een leeg bestaan. Hij krijgt wat hij wil, maar nooit wat hij nodig heeft.
Terugtreden als daad van waarachtigheid
Naast deze uitersten is er een ander soort leiderschap zichtbaar in de vader van Fitz, prins Chivalry. Als eerste zoon van de koning is hij de troonopvolger, maar wanneer duidelijk wordt dat hij een bastaard heeft verwekt (Fitz) doet hij iets wat tegen alle verwachtingen ingaat: hij legt zijn positie neer. Hij treedt terug, omdat hij inziet dat zijn daden zijn legitimiteit als leider hebben aangetast.
Zijn keuze is niet zonder pijn. Hij is een bekwame en geliefde leider, maar hij beseft dat betrouwbaarheid niet alleen betekent dat je verantwoordelijkheid neemt voor het geheel, maar ook dat je consequenties accepteert van je eigen handelen. Zijn leiderschap zit niet in blijven vasthouden, maar in het maken van ruimte. In het erkennen dat het koninkrijk een leider nodig heeft die boven twijfel verheven is.
Dit is een vorm van leiderschap die zelden wordt besproken: de wijsheid en nederigheid om af te treden wanneer dat nodig is. Het besef dat betrouwbaarheid niet alleen gaat over de juiste beslissingen nemen, maar ook over weten wanneer jouw aanwezigheid een obstakel is geworden.
Leiderschap is geen kwestie van vergaren, maar een vorm van schenken
Leiderschap vraagt een keuze: offer je jezelf voor een groter belang, of gebruik je je macht ten dienste van je eigen verlangens en toekomstvisies? Ik realiseer me dat het twee uitersten zijn, dus wellicht zijn de volgende vragen helpend om de tussenruimte van deze polariteit te onderzoeken:
In hoeverre is er binnen jouw leiderschap ruimte voor bescheidenheid en de bereidheid om te verliezen wat je dacht nodig te hebben? In hoeverre ben je bereid dit geschenk te geven aan de taak en mensen die jou zijn toevertrouwt?
Leiderschap in het alledaagse
Bovenstaande vragen gelden niet alleen voor formele leiders. Fitz laat zien dat leiderschap niet afhangt van een functietitel. In feite is hij de eerste zoon van prins Chivalry, de eerste zoon van de koning. Maar omdat hij een bastaard is, zal hij nooit een koninklijke titel krijgen. Toch pakt hij zijn persoonlijk leiderschap op en offert hij in het verborgene zijn hele leven aan het koninkrijk: zijn vrijheid, zijn leven met zijn geliefde en zijn kind, zijn eigen identiteit en de kans op een gewoon bestaan. Alles wat hij daarvoor terugkrijgt is gevaar, afgunst, oordeel en een leven in onvrijheid, en... wellicht het weten dat hij doet wat het Zijn van hem vraagt, en daardoor -in het centrum van onrecht en tumult- rust en vrede ervaart.
Leiderschap is een antwoord op een roep die groter is dan onszelf.
Leiderschap is overal. In de leraar die een kind ziet dat niemand anders opmerkt. In de zorgverlener die zich inzet voor wie zich vergeten voelt. In de ondernemer die kiest voor integriteit boven winst. In de ouder die een kind begeleidt zonder zichzelf op te dringen. In de vriend die zich uitspreekt tegen onrecht. In de mens die stil aanwezig is, wanneer het niet goed gaat met een medemens.
In jou als vriend, als collega of als mens in een wereld die iets van je vraagt. Leiderschap is niet altijd groot en zichtbaar. Het is vaak stil, verborgen in momenten van integer contact met de ander. Soms roept ze zacht, soms dwingend. De vraag is: "Luister je?"
Het 'Zijn' als leider van de leider
Je zou kunnen zeggen:
Leiderschap is niet iets wat je najaagt, het is iets waar je gehoor aan geeft.
Het leven roept een ieder op om op authentieke wijze leider te zijn. Om naar binnen te keren, daar te horen wat het Zijn hem of haar vraagt, en vervolgens naar buiten te treden en dat tot leven te brengen. (lees daarover meer in dit artikel)
Ik weet niet of ik zelf het offer van leiderschap in functietitel op zou kunnen brengen. Ik leef behoorlijk vrij als ZZP'er, heb geen kinderen en huisdieren, ben geen voorzitter van een plaatselijk vereniging of sportclub. Hoogstens speel ik (zonder succes) wel eens de baas over mijn man. Dat maakt dat ik me in de coaching aan leiders soms afvraag: welke legitimatie heb ik om te spreken over betrouwbaar leiderschap?
Maar wanneer belichaamd leiderschap niet louter draait om ervaring in formele rollen, kan ik mezelf gerust stellen met de gedachte dat het wellicht juist deze vrijheid is, die me in staat stelt om leiderschap vanuit een ander perspectief te begrijpen. Dan kan ik mijn eigen ervaring -met het luisteren naar de roep van mijn existentie en het nemen van de verantwoordelijkheid die mij gegeven is- benutten als een lens om leiderschap in brede zin te verkennen en deze kennis over te dragen aan leiders die mijn hulp inroepen.
Het offer dat vervult
Dit is naar mijn idee wat het betekent om 'het Zijn te erkennen als leider van de leider': Jezelf te overstijgen, trouw te blijven aan de verantwoordelijkheid die jou op een eigenlijke manier gegeven is en te handelen vanuit integriteit (zoals Fitz, Veritas en Chivalry). Waardig leiderschap ontstaat door de toewijding aan iets groters, door de bereidheid om een betekenisvolle bijdrage te leveren.
Het Zijn spreekt in resonantie, het moment waarop iets onmiskenbaar waar voelt en waarin de volgende stap zich niet als een keuze maar als een onontkoombare beweging aandient.
Dit vraagt om gevoeligheid om het subtiele verschil te ervaren tussen wat ons ego verlangt en wat door ons heen geleefd wil worden. Soms voelt dit als een offer, maar deze eervolle taak draagt altijd de belofte van een diepe vervulling in zich.